“Ik ben aap!”, zei de aap,
“Dus ik leef”
Hij bekeek zichzelf in de spiegel
en lachte voorzichtig
“Ik ben god!”, zei de god,
“Dus ik leef”
Hij bekeek zichzelf in de spiegel
en lachte tevreden
“Ik ben dood!”, zei de dood
“Dus ik leef”,
Hij bekeek zichzelf in de spiegel van de anderen
en lachte uitbundig
Teken drie dingen op dezelfde manier
Gekozen versvorm:
ik ben natuurlijk even doorgedaan op het dagvers van gisteren 😉