Ik zit in de Ardennen
wat voor me uit te luisteren
De rivier babbelt
De bomen fluisteren
De vogels kwebbelen
Het gras denkt na
Dwars daar doorheen
Schreeuwen de motoren
Janken de auto’s
Krijst motorzaag en motormaaier
Terwijl het gras stilzwijgend sterft
Beginnen vogels hun weeklagen
Vallen bomen kermend neer
Alleen de rivier die babbelt door
Welk paradijs was hier
voordat de industrie
zich revolteerde
Ik zal het de rivier eens vragen
voor zij wordt ingedamd
Of ben ik al te laat?
Teken waar je nu bent en hoe je denkt dat het er hier honderd jaar geleden uitzag