hij haalt het bloed onder mijn nagels vandaan
(en brengt het net zo hard weer terug)
hij slaat
(en toch is hij vol liefde)
mijn hart
klopt altijd
(zo niet, dan zat ik hier toch niet?)
soms zit hij op slot
(maar meestal staat hij open)
mijn hart
is groot voor anderen
(maar voor mijzelf zo klein)
hij zit altijd op de goede plaats
(ik draag hem op de tong)
mijn hart
Teken je eigen hart
Gekozen versvorm:
Tussen haakjes
(Zelf verzonnen vorm, ik vind ‘m zo leuk dat ik ‘m een eigen naam heb gegeven 🙂. Een plek ‘In de boeken’ heeft ie (nog) niet.)