iets is mijn lichaam ingedrongen
’t hing al een tijdje in de lucht
infiltreerde neusslijmvlies
bloedbaan en longen
’t gebeurde in een vloek en zucht
tijdens een hand, een hug, of kus
het pakte mij heel onverhoeds
‘k kon er niet eens voor op de vlucht
zo kwetsbaar is mijn lichaam dus
voor je’t weet is het aan knokken
word ik lamlendig en beroerd
door de strijd tegen een virus
ik voer die strijd vrij onverschrokken
ik heb al vaker overwonnen
de vijand die mijn lijf aanviel
zal er flink voor moeten dokken
dus stromen lijken uit mijn bronnen
via mijn neus en uit mijn mond
veel witte bloedlichamen heb ik geofferd
maar ’t maakt niet uit, ik heb gewonnen!
Teken het laatste wat je zelf hebt opgeknapt
Gekozen versvorm:
Ik heb met de rijmvorm gespeeld. De rijm steeds in de eerste en laatste strofe van elk refrein gelegd (abca). En in het volgende refrein de rijm van strofe 2 uit de vorige gebruikt. (abca bdeb dfgd).
(En ik ben op moment van schrijven al weer een stuk opgeknapt 🙂 )