Selecteer een pagina

Lief dagboek,

De ontmoeting met de familie Lodeizen was een groot toneelstuk. Van alle kanten! Is er dan niemand in mijn omgeving normaal? Lees: ‘Echt’?!

Natuurlijk kwam mijn moeder op en top gekleed ten tonele. Een plooirok, haar haar opgestoken alsof het een slagroomtaart betrof, een zijden blouse en oma’s parelcollier. En mijn vader, wat is dat een enorme schijnheil eigenlijk. Hij was helemaal het mannetje. Opgedirkt tot en met. Een grijze broek, een colbert, en een ‘das’. (Het mag geen stropdas heten van mamma. ) En natuurlijk een showing off met zijn rotary speldje.
Ik wil niet zo’n vader. Ik wil een fietsvader, een boomklimvader. Ik wil geen vader die thuis als dood voor het raam zit, en als er visite komt opeens doet alsof ie een leven heeft! Daar heeft hij 93 jaar de tijd voor gehad en het nooit laten zien. En mijn moeder kan me ook gestolen worden.

Ikzelf droeg op mijn broek (‘Pantalon’) mijn roesjes-blouse met Japanse bloesemprint over een topje. Ik maakte mijn entree op het moment dat de deurbel ging. Zo kon mamma me niet terugsturen om wat anders aan te doen.

Oh dagboek, wat een vertoning was het allemaal. ‘Mevrouw Lodeizen’ (Zo stelde ze zich aan mij voor!) was een oud gerimpeld wrak. Liep achter een rollator in een bontjas en kwam amper vooruit. Mamma en ik hebben haar samen moeten helpen om haar jas uit te doen. Toen dat gebeurd was moest ze op haar rollator gaan zitten om van de klus bij te komen.
Mijnheer Lodeizen was een stuk kwieker. Hij had een frisse blik en guitige ogen. Toen hij zich voorstelde deed hij dat met een brede lach en zei “Frederick, aangenaam. Jij moet de dame in kwestie zijn.”  

“… in kwestie!” Opeens ben ik een kwestie geworden. 

Oh dagboek het leek wel een vleeskeuring. Allereerst de afkeuring van mijn moeder, die mij minachtend bekeek en bij het jasgebeuren van mevrouw Lodeizen in mijn oor fluisterde: “Kind wat zie je er uit, hoe kún je?!” En vader die mij bekeek toen mijn moeder met een knikje mijn kant op en met een onopvallend hoofdschudden hun geheimtaal uitwisselden.

Mevrouw Lodeizen heeft met een zuinig mondje al mijn gangen met een brutale nieuwsgierige blik gevolgd. ‘Frederick’ deed het met een veel mildere blik.
Toen we allen aan de thee zaten en de plichtmatige conversatie over het weer en de reis uitgemolken was heb ik ‘De vraag die gesteld moest worden’ Gesteld: “En waar is de ‘zoon in kwestie’?
Mevrouw Lodeizen glimlachte zuinigjes. “Het gaat niet over een zoon.” zei ze  “Het gaat over mijn man. Frederick”

Oh dagboek, je had de blik van mijn moeder moeten zien! Ik dacht dat ze er in bleef.

(Morgen meer)
___________
2023 ©Hugo Vos

Om zijn proza-pen te scherpen schrijft én publiceert Hugo Vos iedere avond in 2023 een klein stukje van een kort verhaal. 
Op zondagavond begint hij, om vervolgens pas de volgende avond verder te schrijven. Een hele week lang. Op zaterdagavond moet het verhaal tot een einde komen. Geen idee waar hij uitkomt. Geen idee of het lukt. Een jaar lang. Iedere week opnieuw.

(Heb je een leuke titel, een foto of een thema als input voor een nieuw verhaal? Voel je vrij om je suggesties te droppen. Wie weet pakt hij het op.)

Dit delen: