Selecteer een pagina

Toen Johan verbleekt de keuken binnenkwam, omslachtig met zijn rechterbeen Kiki terugduwend die luid keffend gefixeerd was op haar terugkeer naar de woonkamer, trof hij Mariëtte verslagen zittend aan aan de eettafel. Haar rechterhand lag op de pijnlijke krassen op haar linkerborst en haar linkerhand op de bijtwond in haar rechter bovenarm. Er parelde wat bloed uit een tandafdruk. 
Met haar bovengebit hield ze haar onderlip in bedwang maar haar bovenlip trilde. Op de grond lag de fruitschaal met druivenmotief in scherven, geflankeerd door twee sinaasappels, een appel en een stuk of wat mandarijnen.

Ze keek Johan met grote ogen aan. Hij keek háár aan, zag haar verwondingen, twijfelde heel even en liep toen naar het keukenkastje waar de EHBO trommel stond.
Zwijgend pakte hij een stuk keukenrol mee en viste een flesje alcohol uit de trommel. Hij maakte het keukenpapier er vochtig mee en depte het voorzichtig op de wond van Mariëtte.
Er klonk een gegrom diep vanuit Mariëtte toen de alcohol haar pijnlijke maar ontsmettende werk deed op de wond. 

Kiki bleef tegen de deur aanblaffen, keek even met felle ogen achterom naar haar baasjes, trok haar bovenlip weer omhoog en deed toen iets wat ze beiden nog nooit hadden gezien. Kiki nam een sprong richting deurklink, ging er met haar voorpoten aan hangen en door de sprong en het gewicht zwiepte de deur open en rende Kiki de huiskamer in.
Ze kefte een korte tijd fel maar hield er al snel mee op omdat er in de tuin niets meer van de rottweiler te ontdekken viel, behalve de schade die het beest had aangericht.

“What… the… fuck… gebeurt hier allemaal?!”, bracht Mariëtte stamelend uit. De krassen op haar borst schrijnden en de bijtwond deed door de alcohol venijnig pijn. “Wat is dat voor een monsterlijk beest hiernaast en wie in godsnaam is er naast ons komen wonen?”

Johan shishte haar tot kalmte terwijl hij met rillende handen een verbandrol uit het doosje griste en het beginnetje zocht van het rode lintje waarmee de plastic verpakking van het verbandrolletje te openen was. Dit soort taalgebruik kende hij totaal niet van Mariëtte. Hij vloekte.
“Zit me niet te shishen!” riep Mariëtte.
Met tegenzin liet ze zich het welgevallen dat johan een steriel gaasje uit een verpakking scheurde, het op haar wond legde en haar begon te verbinden..

“Mariëtte,” zei Johan, “we moeten praten…”

Hij slikte. Zijn handen trilden toen hij met de schaar een stukje leukoplast van het rolletje wilde knippen. Het rook naar ouderwetse dokter. “Die hond is mij niet bekend,” zei hij, “maar ik vrees dat ik zijn eigenaar wel ken…” Hij knipte een tweede stukje leukoplast los en plakte het verband met beide stukjes vast. 

“Die eigenaar… dat is mijn zoon.” 

(Dit is een bemoeiverhaal. Je kunt je ermee bemoeien. Ik ben al een aantal zaken subtiel aan het inbrengen. Dank voor de input. Welke vragen heb je? Waar wil je graag antwoord op? Zet het in een commentaar hieronder en wie weet neem ik het mee in het vervolg)

(Morgen meer)
___________
2023 ©Hugo Vos

Om zijn proza-pen te scherpen schrijft én publiceert Hugo Vos iedere avond in 2023 een klein stukje van een kort verhaal. 
Op zondagavond begint hij, om vervolgens pas de volgende avond verder te schrijven. Een hele week lang. Op zaterdagavond moet het verhaal tot een einde komen. Geen idee waar hij uitkomt. Geen idee of het lukt. Een jaar lang. Iedere week opnieuw.

(Heb je een leuke titel, een foto of een thema als input voor een nieuw verhaal? Voel je vrij om je suggesties te droppen. Wie weet pakt hij het op.)

Dit delen: