De schutting begint opeens te praten
Heet mij welkom in mijn huis
Of ik ook uit Maarssen kom?
Ik groet haar netjes terug
Het is een zij, want aan een schutting
kun je zoiets horen
Hoe of ik heet, dat wil ze weten
En zij onthult mij ook haar naam
Mooi weertje, niet?
Ik snoei wat blaadjes tussen haar vandaan
bezwaard, want de plant bewoont
niet mijn grondgebied, is dus van haar
Zelf is ze dol geweest altijd
op de vreugde van tuinieren
Maar haar ogen hè, die zijn niet meer zo goed
Een ontsteking hè… begonnen
in een halsslagader
Je verwacht het niet
Haar linkeroog is stekeblind
Het andere verslechtert
Maar goeie artsen. Dat weer wel
Ik toon voorzichtig medeleven
Wat moet dat lastig voor haar zijn
En of ze hinder heeft van mijn muziek?
Welnee, zegt ze. Ze is ruimhartig hè!
Jij van mijn TV toch niet?
Gisteren voetbal weet je
Die moest ik even zien
Ik ben niet zo van sport zegt ze
Maar zo’n EK. Dat lust ik wel
Waar woonde je hiervoor?
Ze wil echt alles weten
Ik antwoord haar oprecht
Of ik al weet hoe hier het vuilnis werkt?
En aan de overkant, wie of daar wonen?
En waar of ik geboren ben?
Ik kom niet los van haar
Vertel haar dat ik gras moet maaien
Oh, maar natuurlijk, ze toont me haar begrip
Maar als de maaier stil valt begint ze weer
Over haar rozen en hoe je ze
op het vijfblad snoeien moet
Ik heb een schutting
Die met mij praat
en -denk ik- geen eenvoudig leven heeft
7-8-2017
Tja.. hoort dit onder proza of onder poëzie? Ik koos maar voor Proza vanwege het toch ietwat verhalende karakter. Ik schreef ze tijdens mijn tijdelijk wonen in Maarssen. Omdat het me zo intrigeerde. Het werd een ‘quatrologie’. Vier verhaaltjes in één setting.