Selecteer een pagina

wie toch

wie is toch die vrouw die met haar naakte lichaam haar armen spreidt en huid op huid mij koestert haar geborgen liefde geeft aan mijn bange hart dat vluchten wil zodra ze haar armen sluit die me zachtjes op het voorhoofd kust en zegt het is oké leg je hoofd maar op...

angst

je denkt pas dat je er last van hebt als je hem werkelijk ziet daarvoor, althans dat denk je, is ie er dus niet toch woont ie ergens in een holte of op een plekje achteraf kriebelt en hij knaagt steeds stukjes van je vrijheid af onmerkbaar neemt hij je gevangen in de...

angst

in een donker steegje tussen hoge stenige gebouwen kwam de haat de liefde tegen hij schrok ervan en deinsde terug regendruppels regen zich aaneen tot lange troosteloze rijen een hond die blafte in de verte er hing onweer in de lucht laat me met rust piepte de haat ik...

hier, nu

het hier en nu beangstigt me het is zo groot als ik erin stap is het oneindig het gaat voorbij de dood het hier en nu vraagt moed om het voluit te leven het duurt de hele eeuwigheid en tegelijkertijd maar even

sprong

we zijn zo vaak zo bang  die ene sprong te maken daar we de diepte niet goed kennen die we denken dat er is dus stoppen we voortijdig we zetten niet eens af bang om in dat gat te vallen maar daar hebben we ’t misschien wel mis je kunt ook naar de hemel vallen dezelfde...