kat op een koele grijze kliko
hoe onze ogen elkaar vonden
lazen we behoefte aan contact
begonnen toen zelf te spinnen
de staart omhoog stonden we op
een zachte mauw ontsnapte
sprak ik je toe en jij mij
daar wij elkaar begroetten
negen we elkander toe
ontspannen bolling in de rug
rek in onze lichamen
gaven kopjes aan elkaar
snorharen langs snorharen
lichamen tordeerden
flanken streelden zacht
voor achterlijven kusten
onze mondhoeken tekenden
geurvlaggen voor later
opdat wij elkaar terugvonden
in een toevallige passage
Teken de spiegel waar je vanochtend in keek