Selecteer een pagina

Saaiheid… Het wordt je aangereikt.
Ik had me verheugd op een uitstapje vandaag. Speciale boodschappen doen. De dagelijkse gang van zaken doorbreken. Soms doe ik dat. Dan ga ik niet naar de buurtsuper hier in de straat, maar reis ik af naar het winkelcentrum. 

Ouderen worden geacht dankbaar te zijn. Die rol wordt ons toegeschreven door de regisseur van het leven. 
Ben ik dankbaar? Soms wel. Maar ik ben net zo vaak boos en verbitterd over wat me allemaal wordt ontnomen waardoor ik afhankelijk ben van anderen bij wie ik dan weer geacht wordt dankbaar te zijn. Maar soms ben ik dat laatste gewoon niet. Niet dat ik het uit hoor. Kunnen zij er wat aan doen tenslotte? Ooit, als het hen gegeven is, staan ze op dezelfde plek als ik. Waarom zou ik ze er nu al mee belasten?

Het overdekte winkelcentrum is al gauw vier kilometer hier vandaan. Daar komen is niet vanzelfsprekend meer. Mijn fiets hebben ze me na drie valpartijen afgenomen. Ik moest verstandig zijn zeiden ze. Nou… nu ben ik dus verstandig. Ik wist niet dat ik het in me had. Erheen lopen is een utopie en autorijden is me al eerder niet meer gegund. Dus ik heb de regiotaxi gebeld en gevraagd of ze me om 10:30 op wilden halen. Ben ik voor een paar euro daar waar ik wil zijn.
Je wordt opgehaald door een vrijwilliger die in het voorstadium is van waar ik nu uithang. Kwiek rondstappend in de pensioengerechtigde zone en hard op zoek naar iets waardoor ze het gevoel hebben er nog toe te doen in de de gemeenschap waarin ze leven. Nou en dat zul je weten. Ze lullen wat af tegen je op een toon en volume waardoor ik het gevoel krijg in een inrichting te wonen voor dove zwakzinnigen. 
Maar, als ik een bloemetje wil kopen voor de buurvrouw van hiernaast die morgen 94 wordt, zal ik me ook daar aan moeten overgeven. 

Het liep anders. Rond tien uur begon ik mijn pantoffels te verwisselen voor mijn schoenen. Afhankelijk van hoe mijn artritis zich gedraagt kan dat even tijd nemen. Om kwart over had ik mijn jas, mijn sjaal en mijn hoed daar aan en op mijn lijf waar ik ze moest hebben en toen ik mijn portemonnee en mijn sleutels gevonden had kon ik met rollator en al naar de voordeur rollen. Om 10:20 zat ik beneden in de entree te wachten. Ze hebben er een speciale tuinbank voor neergezet, zodanig dat je niet naar buiten kunt kijken. Want ja, de architect in de jaren ’70 had geen wachtbankje voorzien.
Om half elf was er geen regiotaxi. Om kwart voor elf ook niet. Om elf uur ook niet. Ik ben zelfs twee keer naar buiten gerollatord om te kijken. Maar nee. 
Om 11:10 ben ik maar weer naar boven gegaan. Om 11:25 zat ik weer op de bank met mijn pantoffels aan op zoek naar het telefoonnummer van de regiotaxi. Maar waar staat dat ook alweer in die complexe moderne telefoon van mij? Om 11:40 wordt er aangebeld. Waar ik blijf? De vrijwilliger staat al 10 minuten te wachten met de taxi.
Ik heb niet gevloekt. Waarom zou ik ze er nu al mee belasten? Maar dankbaar was ik ook niet echt bij deze vrijwilliger.

(Morgen meer)
___________
2023 ©Hugo Vos

Om zijn proza-pen te scherpen schrijft én publiceert Hugo Vos iedere avond in 2023 een klein stukje van een kort verhaal. 
Op zondagavond begint hij, om vervolgens pas de volgende avond verder te schrijven. Een hele week lang. Op zaterdagavond moet het verhaal tot een einde komen. Geen idee waar hij uitkomt. Geen idee of het lukt. Een jaar lang. Iedere week opnieuw.

(Heb je een leuke titel, een foto of een thema als input voor een nieuw verhaal? Voel je vrij om je suggesties te droppen. Wie weet pakt hij het op.)

Dit delen: