Selecteer een pagina

Als ik mensen meeneem in mijn beslommeringen, ze vertel wat me overkomt in de zee van niksigheid, zoals ik jou nu ook meeneem in mijn wederkerigheden, zeggen mensen nogal eens bagatelliserend: ‘Nou er valt best nog wat te beleven in jouw leven. Je boft maar.’ 

Maar het ligt anders. Ja, ik weet het mooi te vertellen. Maar wat je hoort of leest van me is een gecomprimeerde versie van een hele dag. Een concentraat. Grootste gedeelte van de dagen beleef ik he-le-maal niks. Dan kijk ik naar buiten, heb gesprekjes met de meesjes, jaag af en toe een ekster of een roek weg die de vetbol plunderen. Ik zie lopers voorbij lopen, zie fietsers voorbij fietsen, zie auto’s voor bij auto-en en zie eens per week een vuilniswagen zijn ding doen. Ik doe mijn ritmes en mijn rituelen. En ik hoor de klok tikken. Zoals bij mijn grootouders vroeger. Die staartklok overheerste de geluiden van de huiskamer. Een geluid dat ik associeer met ouderdom. Met saaiheid. Met aftellen naar het einde.

Verder wacht ik.

Wachten is een vaardigheid die waar je, als je jong bent, je op voor moet bereiden. Voor later. Ik geef het je maar als tip mee: Leer wachten. Want dat is wat je doet op mijn leeftijd. De vaardigheid, nee, de kunst van het wachten is iets waar je op voorbereid moet zijn. Anders nekt het je. Verzuip je in zelfmedelijden.
Wachten op Tafeltje Dek Je, wachten op de thuiszorg, wachten op de huishoudelijk hulp, wachten tot het laat genoeg is om weer naar bed te mogen.

Iedere afwisseling is er een. Een aanrijding op straat, zwaailichten, hulpverleners, ik ben er dol op. Een glazenwasser die mijn raam doet. Ik woon twee hoog, de goede man zelf zie ik niet. Ik zie alleen een borstel op een hele lange steel over mijn raam op en neer gaan. Geen zeem, geen trekker, alleen zeepwater en een borstel, afgemaakt met slechts water en een borstel. En streeploos schoon. Wonderbaarlijk.
Zie je wat er gebeurt? De borstel van de glazenwasser is een belevenis geworden in mijn leven. Een hoogtepunt. En zo’n hoogtepunt meldt zich eens in de drie maanden. En als mijn brein op zijn slechtst is, dan weet ik een dag later al niet meer dat de glazenwasser is geweest. Ben ik geïrriteerd dat hij mij heeft overgeslagen.

Ik ben best gelukkig hoor. Maak je maar geen zorgen. Maar het avontuurlijke dat ik in mij heb is uitgeavonturierd. Door mijn artritis, door mijn ouderdom, door mijn brein, door mijn omstandigheden.
Mijn buurvrouw boft. Ze is in de nacht voor haar verjaardag in haar slaap overleden. De gebakjes waren al besteld. Die heeft de familie zonder haar mogen nuttigen.

Ik heb geen gebakjes. Want ik heb geen familie. Ik kan slechts wachten. Wachten op het grijze bestelbusje van de regiotaxi. Die met de vlaggetjes.

(Morgen meer)
___________
2023 ©Hugo Vos

Om zijn proza-pen te scherpen schrijft én publiceert Hugo Vos iedere avond in 2023 een klein stukje van een kort verhaal. 
Op zondagavond begint hij, om vervolgens pas de volgende avond verder te schrijven. Een hele week lang. Op zaterdagavond moet het verhaal tot een einde komen. Geen idee waar hij uitkomt. Geen idee of het lukt. Een jaar lang. Iedere week opnieuw.

(Heb je een leuke titel, een foto of een thema als input voor een nieuw verhaal? Voel je vrij om je suggesties te droppen. Wie weet pakt hij het op.)

Dit delen: