Nu, twee jaar later, functioneer ik fysiek weer redelijk als voorheen. Ik loop weer, fiets weer en dans zelfs weer. De artsen hebben een wondertje verricht.
Op mentaal vlak functioneer ik nu heel anders zul je begrijpen.
Het is een bijzondere reis die ik sinds het revalidatiecentrum ga. Menigmaal kwam ik in aanvaring met de wereld. Eerst was ik vooral bezig met het wegduwen van de woede en de haat omdat ik persé De Liefde weer wilde ontmoeten. Ik stond mezelf niet toe om boosheid te voelen. Want ‘Kom op! Je kent nu toch De Liefde?!’
Dat werkte niet. Natuurlijk werkte dat niet, want hoe kun je één kant van een medaille wegduwen en de andere bij je houden? Dat levert conflict op. Gedraai en getol van de medaille.
Voorbeeld… Een maand of acht na het revalidatiecentrum werd ik bijna overhoop gereden op een zebrapad toen ik, met mijn wandelstok notabene, de weg overstak. Onmiddellijk welde er een enorme woede in mij op: ‘Wat een hufterige asociale verkeersdeelnemer!’
Nadat ik daar schreeuwend en zwaaiend met mijn wandelstok uiting aan had gegeven, werd ik boos op mijzelf. Ik mocht niet boos zijn! Want waarom expressie geven aan mijn woede nu ik kennis had gemaakt met De Liefde?
Na een keer diep in- en uitademen besloot ik te onderzoeken wat er zou veranderen als ik de boosheid níet uitsloot.
Met de wijsheid en kennis van ‘boven’ zag ik plots hoe boosheid en haat júist voor De Liefde waren gaan liggen om het te beschermen. Ik had het afgelopen jaar weer liefde voor het leven ontwikkeld. Boosheid en haat namen het op dat zebrapad op voor die liefde!
Met dat inzicht kon ik mijn boosheid voor altijd haar plek teruggeven. Er is én boosheid én liefde! Ze hebben elkaar nodig om één medaille te kunnen zijn.
Ook ging ik op zoek naar de boosheid en de liefde die de bestuurder had. Ik probeerde het me simpelweg voor te stellen.
Het zijn aannames, ik weet het, maar iedere ingevulde reden voor gedrag is een aanname. Ook die van agressie.
Achter zijn gedrag zat óók liefde. Liefde voor zijn auto misschien wel. Liefde voor zijn imago wellicht. Of liefde voor zichzelf omdat hij tekorten heeft gehad in het leven. Misschien was hij gehaast op weg naar het ziekenhuis uit liefde voor een metselmaatje die van een bouwsteiger was gevallen? Ik weet het natuurlijk niet. Maar ik verbond me nu met zijn liefde in plaats van met zijn agressie. Dat maakte me mild. Vergevingsgezind zelfs. Ik kon zijn gedrag een liefdevolle plek geven.
Ik ben maar een eenvoudige metselaar die het geluk heeft gehad om dood te gaan. Voor even. Daardoor heb ik De Liefde leren kennen. Ben ik gaan zien dat het zich in alles manifesteert. Dat boosheid en haat het beschermen. En ik leerde: Hier op aarde leeft de tijd. Neem steeds wat van die tijd om De Liefde te zien. Juist als je het moeilijk vindt.
Ben ik nu verlicht? Welnee. Ik worstel nog dagelijks met wat zich aandient. Maar nu doe ik het met liefde en alle tijd.
(Morgen meer)
___________
2023 ©Hugo Vos
Om zijn proza-pen te scherpen schrijft én publiceert Hugo Vos iedere avond in 2023 een klein stukje van een kort verhaal.
Op zondagavond begint hij, om vervolgens pas de volgende avond verder te schrijven. Een hele week lang. Op zaterdagavond moet het verhaal tot een einde komen. Geen idee waar hij uitkomt. Geen idee of het lukt. Een jaar lang. Iedere week opnieuw.
(Heb je een leuke titel, een foto of een thema als input voor een nieuw verhaal? Voel je vrij om je suggesties te droppen. Wie weet pakt hij het op.)