De eerste keer
niets aan de hand
De achtste keer
één haar
De twaalfde keer
een broodkruimel
Een ander keer
de tandpasta
of weer een haar of drie
En zo blijft
keer op keer
wat achter
in de zwanenhals
Tot zij kokhalzend
haar grens bereikt
en roept: “Het is genoeg!”
Ze laat halsstarrig dan
het water staan
Ik trek mijn
rubberhandschoen aan
Zet scalpel
en de emmer klaar
Ik chirurgijn
haar keelgat bloot
En terwijl zij opgelucht
weer ademhaalt
neem ik haar kokhals over.
Teken iets wat verstopt zit in je huis