Selecteer een pagina

wat een leven

wat een leven heeft zo’n cicade leeft voor jaren ondergronds tot ie het niet meer kan houden dan is ie daar twee maanden… de mannen laten van zich horen wat een leven maakt zo’n cicade de vrouwen zwijgen niet kieskeurig ze zijn wellustig van het leven dat die man daar...

intrede

daar stond de mens opeens op aarde de hoge paradijsdeuren achter hen vielen zacht maar resoluut in ’t slot ‘klik…’ een kille bries woei over het landschap het uithangbord met ‘Paradijs’ wiegde zachtjes heen en weer ‘ieiep… ieiep…’ Adam rilde, reikte met zijn hand uit...

avondklok

’t is één minuut voor negen de avondklok belt aan laatste hakketikken  haasten zich dertig seconden nog een vrouwenstem een mannenlach gekuch een voordeur slaat vijftien seconden ik word vast stil en tel hem af om hem te horen slaan die klok nul ’t is tijd de avond...

gelag

het roezemoest weer in de stad de klinkel is weer terug op de terrassen schater jaagt achter de naaldpumps aan die hakketakken door de straten zo echoën ze terugkeer met gezang  de wederopstanding van de mensheid zomert haar feestelijke klanken langs openstaande...

Ach…

Ik zit in de Ardennen wat voor me uit te luisteren De rivier babbelt De bomen fluisteren De vogels kwebbelen Het gras denkt na Dwars daar doorheen Schreeuwen de motoren Janken de auto’s Krijst motorzaag en motormaaier Terwijl het gras stilzwijgend sterft Beginnen...