“Erotische verhalen uit het dierenrijk” (4: De slak) 

Voor … de … voor … planting … hoeven … wij … het … niet … te … doen … met … hen.

Wij … kunnen … het … prima … zelf.

We … zijn … immers … man … en … vrouw … tegelijk.

Maar … ja … een … slak … wil … ook … wel … eens … plezier … beleven.

Om … elkaar … heen … kron … kelen, … lijf … om … lijf.

Pe … nis … om … pe … nis.

En … dan … lekker … langzaam.

Het … voordeel … van … een … penis … in … het … hoofd … is … dat … het … direct … opvalt … als … de  … ander … in … the … mood … zijn.

Wij … zagen … hen … meteen.

Zij … zagen … ons.

Heel … … lang … … zaam … … naderden … … wij … … elkaar.

Voor … wij … het … wisten … begon … het … grote … likken.

Wij … hen, … hen … ons.

Oh … hoe … fijn … de … stre …ling … van … de … tong.

Het … slijm … om …sloot … ons … snel.

Dat … zette … de … boel … nog … meer … in … vlam.

Al … doende … sponnen … wij … een … liefdes …koord.

Wij … hingen … als  … eersten … aan … deze … slijm … draad, … zij … volgden … later.

We … kron …kelden … extra … slijmerig … om …malkander … heen.

De … draad … was … op … haar … best.

We … weten … niet … wiens … draad … het … was.

Het … maakt … niet … uit. We … ver … streng … elden … al.

Wij … zagen … hun … penis … uit … hun … hoofd … verschijnen.

De … onze … kwam … ook. 

Oh … welk … een … genot … toen … onze … penissen … óók … ver … streng … elden!

Het … kon … ons … niet … lang …genoeg … duren.

Niet … traag … genoeg  … gaan.

En … dat … deed … het … ook.

Hemel! … Wat … een … ge … not.

Toen … wij … ons … zaad … in … elkaars … o …pe … ningen … loosden.

Togen … wij … én … hen … vol …daan …weer … huis …waarts.

We … moesten … beiden … onze … eieren … gaan … leggen.

Moe … uit … geput … en … in … tens … ge … luk … kig.

(Morgen meer)
___________
2023 ©Hugo Vos

Om zijn proza-pen te scherpen schrijft én publiceert Hugo Vos iedere avond in 2023 een klein stukje van een kort verhaal. 
Op zondagavond begint hij, om vervolgens pas de volgende avond verder te schrijven. Een hele week lang. Op zaterdagavond moet het verhaal tot een einde komen. Geen idee waar hij uitkomt. Geen idee of het lukt. Een jaar lang. Iedere week opnieuw.

(Heb je een leuke titel, een foto of een thema als input voor een nieuw verhaal? Voel je vrij om je suggesties te droppen. Wie weet pakt hij het op.)

“Erotische verhalen uit het dierenrijk” (2: De eendagsvlieg) 

De eendagsvlieg

Kom op jongens, ik ben al lang geen larve meer. Ik heb de volwassen leeftijd bereikt. Dus het is tijd. Hoog tijd. Opschieten nu. Ik ben op zoek naar een partner. Seks wil ik. Meer heb ik niet nodig. Eten? Geen tijd voor. Kom op mannen waar zitten jullie? Naast me? Nee dat zijn mijn broers. Dat vind zelfs ik niet kunnen geloof ik. Dat kan toch niet goed zijn toch? Of wel? Wat maakt het uit. Hoe laat is het? Tjee wat gaat de tijd snel. Zitten mijn vleugels goed? Oh… ik heb drang. Zo’n drang. Ik wil. JA ik wil. Hallo? Is er ergens een man die met me wil? Niet te oud hoor, een paar uur, maximaal. Met mooie lange staartdraden. Net als ik. Ja, laat het dan wel een aantrekkelijke man zijn. Verstrengelen wil ik. Er een feestje van maken. Het is de laatste daad die ik doe. De enige daad zelfs die ik doe. Laat die daad een hoogtepunt zijn. Hoe laat is het nu? Opschieten! Kijk daar hangt er één boven het water. Oh wel honderd. Ik kan kiezen. Joehoe! Hier! Hier beneden!. Oké, ik moet naar boven nu. Het water uit! Ik moet mezelf zichtbaar maken. Aantrekkelijk zijn. Ja er is er een die me ziet! Die me ruikt zelfs denk ik. Ruik ik goed? Kom, kom, kom. Ja! Daar komt er een.  Hoi ik ben… hemel ik heb niet eens een voornaam. Wie ben jij? Ach, niet belangrijk ook. Laten we er geen doekjes om winden. Ik wil. Wie je ook bent. Wil jij ook? Ja, ik weet het, dit wordt mijn dood. Maar ik heb het er graag voor over. Bevrucht me! En ik zal sterven. Bevrucht me nu! Oh… oh… Ja! Ja! Jaaaaaa! Dank je wel. Was het voor jou net zo fijn als voor mij? Het is mooi geweest. Het is goed zo. Ik heb een fijn leven gehad. Nu is het aan mijn kinderen om er wat moois van te maken.

(Morgen meer)
___________
2023 ©Hugo Vos

Om zijn proza-pen te scherpen schrijft én publiceert Hugo Vos iedere avond in 2023 een klein stukje van een kort verhaal. 
Op zondagavond begint hij, om vervolgens pas de volgende avond verder te schrijven. Een hele week lang. Op zaterdagavond moet het verhaal tot een einde komen. Geen idee waar hij uitkomt. Geen idee of het lukt. Een jaar lang. Iedere week opnieuw.

(Heb je een leuke titel, een foto of een thema als input voor een nieuw verhaal? Voel je vrij om je suggesties te droppen. Wie weet pakt hij het op.)

“Erotische verhalen uit het dierenrijk” (2: De giraffe) 

Ze had hem hier niet eerder gezien. Hij moest van ver gekomen zijn. Van achteren ook, want anders had ze hem zeker zien aankomen. Dat is het voordeel van een lange nek, je ziet veel. Als je oplet natuurlijk. Maar ze had niet opgelet. Ze proefde het aan de acacia. De boom verbitterde, wat niet anders kon betekenen dan dat er een andere giraf in de buurt moest zijn. Dat is waarom ze normaalgesproken altijd tegen de wind in eet. Maar ze had zich alleen gewaand vandaag. Een misvatting.
Toen ze haar hoofd naar achteren draaide stond ze plots oog in oog met met hem. Ze was meteen getroffen door zijn sluikse oogopslag. De grote donkere pupillen in de zwart omlijnde oogkassen. Die zachte blik vanonder zijn lange wimpers.
En hij wist het. Dat zag ze. Zo zelfverzekerd als hij terugkeek.

Hij was minstens een halve meter langer dan zij en stond hoog op zijn gespierde lange benen. Ze kon zich meteen voorstellen hoe zijn ranke voorbenen langs haar flanken zouden liggen als hij zijn stoten in haar achterlijf zou bewegen. Leunend op de gespierde benen van zijn achterhand. De nek fier omhoog, verticaal de hemel in. Maar zover was het nog niet. Zover was het nog lang niet.

Hij kwam naast haar staan. Ze zag hoe zijn hoofd naar de kruin van de boom reek. Hoe zijn tong zich langs de stekels op de takken manoeuvreerde. Hoe hij een tak naar zich toetrok.
Die tong, zo soepel als hij was. Zo lang ook. Ze voelde zich warm worden in haar onderbuik. Zijn lippen krulden toen hij wat blaadjes van de tak trok. Lippen die puntig waren en toch niet. Zachte beweeglijke lippen die, als hij wilde, haar tot een extase kon brengen. Als hij maar tijd genoeg nam.

Voorzichtig reek ze ook haar hoofd richting de tak die hij naar zich had toegetrokken. Ze draaide haar hoofd iets zodat haar korte hoorns hem zouden raken. Ze hoorde hoe hij snoof. En hoe hij de tak nog iets verder omlaag trok met zijn tong. Ze at een blad. En nog een. Ze proefde niet eens wat ze at. Ze was te druk bezig met hem. Hoe hij stond en hoe hij rook.

Ze duwde haar flank tegen de zijne. Probeerde hem zover te krijgen dat hij onder haar staart zou gaan ruiken zoals het hoorde alvorens tot paring over te gaan. Ze zou hem een teken geven dat ze gewillig was.

Maar niets van dit al vooralsnog. Hij liet de tak los en legde zijn lippen teder op haar hoofd, heel zacht drukte hij een kus tussen haar hoorns. En nog een, ietsjes daarachter, en nog een en nog een… En zo maakten zijn lippen een lange trage wandeling naar beneden. Kus voor kus de hele tedere zachte lange weg omlaag. Van het uiterste boven naar het uiterste beneden, daar waar haar verlangen het grootst was. Och wat was ze blij met de lengte van haar nek, het kussen hield niet op en hij was pas halverwege. Ze voelde hoe zijn ademhaling toenam. Ze wist dat hij haar wilde, maar hij had nog een lange weg te gaan tot hij bij het pluimige  puntje van haar staart was. Haar grote hart ging als een razende tekeer. Eindelijk bereikte hij haar schouderbladen. Oh als hij maar volhield tot het einde! Haar rug was minstens zo lang als haar nek. Hij kuste voort in een liefkozende wandeling met zijn gevoelige lippen. Kus voor kus kwam hij bij haar staartbeen aan. Ze zwiepte haar staart speels heen en weer, trok hem iets op in de hoop dat hij haar uitnodiging zou accepteren. Maar nee hij ging door tot aan de pluim. Ze hielde het niet meer. Zijn lippen zo dicht bij haar wulpse opening. Toen trok hij zijn lange nek weer omhoog, bracht zijn ogen bij de hare, keek haar aan met milde blik, draaide zich van haar weg en liep naar achteren.

Ze trok haar staart opzij, hij rook en ze hoorde hoe achter haar twee voorbenen loskwamen van de grond waarop ze stonden.

(Morgen meer)
___________
2023 ©Hugo Vos

Om zijn proza-pen te scherpen schrijft én publiceert Hugo Vos iedere avond in 2023 een klein stukje van een kort verhaal. 
Op zondagavond begint hij, om vervolgens pas de volgende avond verder te schrijven. Een hele week lang. Op zaterdagavond moet het verhaal tot een einde komen. Geen idee waar hij uitkomt. Geen idee of het lukt. Een jaar lang. Iedere week opnieuw.

(Heb je een leuke titel, een foto of een thema als input voor een nieuw verhaal? Voel je vrij om je suggesties te droppen. Wie weet pakt hij het op.)

“Erotische verhalen uit het dierenrijk” (1: De kikker en haar prins)

De avondzon schijnt. Haar gouden stralen liggen langgerekt en spiegelend nog op het water. Ze kabbelen hun sfeerverlichting richting de oever. Waar ik zit. Te wachten. Tussen het riet. Zodat jij, als jij me ziet straks, mijn naakte lichaam niet in één keer in het vizier hebt. Er moet wat te raden zijn.
Ik zal straks je nieuwsgierigheid prikkelen, terwijl de spiegeling van de zon mijn lichaam in haar gouden spotlights zet. Je zult hunkeren naar meer. Naar mijn slijmerige dunne huid, die stil fluistert: ‘Klim op mij met jouw koude buik! Ontneem mij mijn adem.’
Niet lang daarna zul je je bevliesde poten om mij heen slaan in een innige amplexus en mij niet meer loslaten. Nu niet, nooit niet. Huid op huid, zolang je kunt! Om dan in een machtige apotheose je zaad te storten op alle eitjes die ik uitstort in het water. 

De zon schijnt nog op mijn rug. Warmt me op. Ik weet dat jij dat fijn vindt als koudbloedige. Dat wanneer jij op me klimt dat je voelt dat ik warm loop voor je. 

Oh mijn held. Troubadour van de vijver. Met je enorme keelzak. Hoe jij klinkt, klinkt geen andere. Jouw ballades doen al de eitjes die ik in mij heb tintelen. Ik houd ze nog een tijdje in als jij op me zit. Dan duurt het langer voor je komt
We zullen samen zwemmen, we zullen in de modder woelen, het land bewandelen, terugkeren in het riet en in het water. Je eeltige paarborstels achter je duimen zullen me stevig vasthouden. Ik neem je overal mee naar toe. Als je maar zingt mijn liefste. Zing! Laat je horen! Zing voor mij! Voor mij alleen!

Jij bent daar ergens. Ik weet het. Ik heb je ogen al gezien boven het wateroppervlak. Midden in die zee van kroos. Loerend, op zoek naar een glimp van mij. Verstoppertje spelend. Hopend dat ik spring. Maar ik spring niet lieve schat. Ik wacht tot jij beweegt. Mij ziet tussen de stengels. Ik zal bewegingen maken hier tussen het riet. Playing hard to get. Ik zal uitstel afdwingen totdat jouw hunkering naar mij op haar grootst zal zijn. Oh mijn prins. Ik smacht, ik verlang naar jouw diepe basgeluid die ik zal voelen tot in het diepst van mijn billen.

En dan, als jij de moed al bijna zelf hebt opgegeven, dan spring ik. Ja, dan spring ik met een luide plons. Op weg naar jou, naar ons. Naar een hoogtepunt dat dagenlang zal duren.

(Morgen meer)
___________
2023 ©Hugo Vos

Om zijn proza-pen te scherpen schrijft én publiceert Hugo Vos iedere avond in 2023 een klein stukje van een kort verhaal. 
Op zondagavond begint hij, om vervolgens pas de volgende avond verder te schrijven. Een hele week lang. Op zaterdagavond moet het verhaal tot een einde komen. Geen idee waar hij uitkomt. Geen idee of het lukt. Een jaar lang. Iedere week opnieuw.

(Heb je een leuke titel, een foto of een thema als input voor een nieuw verhaal? Voel je vrij om je suggesties te droppen. Wie weet pakt hij het op.)

“De dagen” (Een saai verhaal in zeven delen) (Slot)

Als ik mensen meeneem in mijn beslommeringen, ze vertel wat me overkomt in de zee van niksigheid, zoals ik jou nu ook meeneem in mijn wederkerigheden, zeggen mensen nogal eens bagatelliserend: ‘Nou er valt best nog wat te beleven in jouw leven. Je boft maar.’ 

Maar het ligt anders. Ja, ik weet het mooi te vertellen. Maar wat je hoort of leest van me is een gecomprimeerde versie van een hele dag. Een concentraat. Grootste gedeelte van de dagen beleef ik he-le-maal niks. Dan kijk ik naar buiten, heb gesprekjes met de meesjes, jaag af en toe een ekster of een roek weg die de vetbol plunderen. Ik zie lopers voorbij lopen, zie fietsers voorbij fietsen, zie auto’s voor bij auto-en en zie eens per week een vuilniswagen zijn ding doen. Ik doe mijn ritmes en mijn rituelen. En ik hoor de klok tikken. Zoals bij mijn grootouders vroeger. Die staartklok overheerste de geluiden van de huiskamer. Een geluid dat ik associeer met ouderdom. Met saaiheid. Met aftellen naar het einde.

Verder wacht ik.

Wachten is een vaardigheid die waar je, als je jong bent, je op voor moet bereiden. Voor later. Ik geef het je maar als tip mee: Leer wachten. Want dat is wat je doet op mijn leeftijd. De vaardigheid, nee, de kunst van het wachten is iets waar je op voorbereid moet zijn. Anders nekt het je. Verzuip je in zelfmedelijden.
Wachten op Tafeltje Dek Je, wachten op de thuiszorg, wachten op de huishoudelijk hulp, wachten tot het laat genoeg is om weer naar bed te mogen.

Iedere afwisseling is er een. Een aanrijding op straat, zwaailichten, hulpverleners, ik ben er dol op. Een glazenwasser die mijn raam doet. Ik woon twee hoog, de goede man zelf zie ik niet. Ik zie alleen een borstel op een hele lange steel over mijn raam op en neer gaan. Geen zeem, geen trekker, alleen zeepwater en een borstel, afgemaakt met slechts water en een borstel. En streeploos schoon. Wonderbaarlijk.
Zie je wat er gebeurt? De borstel van de glazenwasser is een belevenis geworden in mijn leven. Een hoogtepunt. En zo’n hoogtepunt meldt zich eens in de drie maanden. En als mijn brein op zijn slechtst is, dan weet ik een dag later al niet meer dat de glazenwasser is geweest. Ben ik geïrriteerd dat hij mij heeft overgeslagen.

Ik ben best gelukkig hoor. Maak je maar geen zorgen. Maar het avontuurlijke dat ik in mij heb is uitgeavonturierd. Door mijn artritis, door mijn ouderdom, door mijn brein, door mijn omstandigheden.
Mijn buurvrouw boft. Ze is in de nacht voor haar verjaardag in haar slaap overleden. De gebakjes waren al besteld. Die heeft de familie zonder haar mogen nuttigen.

Ik heb geen gebakjes. Want ik heb geen familie. Ik kan slechts wachten. Wachten op het grijze bestelbusje van de regiotaxi. Die met de vlaggetjes.

(Morgen meer)
___________
2023 ©Hugo Vos

Om zijn proza-pen te scherpen schrijft én publiceert Hugo Vos iedere avond in 2023 een klein stukje van een kort verhaal. 
Op zondagavond begint hij, om vervolgens pas de volgende avond verder te schrijven. Een hele week lang. Op zaterdagavond moet het verhaal tot een einde komen. Geen idee waar hij uitkomt. Geen idee of het lukt. Een jaar lang. Iedere week opnieuw.

(Heb je een leuke titel, een foto of een thema als input voor een nieuw verhaal? Voel je vrij om je suggesties te droppen. Wie weet pakt hij het op.)

“De dagen” (Een saai verhaal in zeven delen) (6)

Saaiheid laat niet met zich spotten.

Ik ben opgegroeid met het adagium Rust, Ritme en Regelmaat.
Zo hebben we ons kind ook opgevoed. Hij is uiteindelijk goed terecht gekomen. Iets erin heeft dus gewerkt. Maar helaas, het Ritme in zijn lijf werd verstoord, waardoor ik hem heb overleefd. Zo gaan de dingen. Het universum is volgens mij veel minder van de drie R-en dan dat de wetenschap van toen ons deed geloven.

Maar het is er bij mij ingegoten, daardoor ingesleten en uiteindelijk ingebakken. Resultaat op mijn oude dag: alle dagen zijn hetzelfde. Om 7:45 de wekker, om 7:54 sla ik het dekbed van me af en om 7:55 sta ik op. Ik doe mijn ochtendding, om 9:00 zit ik aan het ontbijt, om 10:30 aan de koffie, om 12:30 aan de warme maaltijd, om 13:30 een dutje op de bank, om 15:00 aan de thee… enfin je snapt ‘m. En dat iedere dag opnieuw. Zoek de verschillen. Die zitten ‘m dan in: dinsdag de thuiszorg, vrijdag de huishoudelijke hulp en de rest van de variatie moet ik zelf aanbrengen.

Goddank is de buurvrouw vandaag jarig. Dat maakte dat ik gisteren het avontuur met zonder regiotaxi beleefde. En het maakt dat ik vandaag mijn hoofd breek over wat ik het goede mens zal geven voor haar verjaardag. Want het bloemetje is dus niet gelukt. Zal ik een plant uit mijn eigen vensterbank geven? Niet echt een aanbeveling want die planten zijn op sterven na dood. En wat voor signaal geef ik daarmee af? Ik ga vanmiddag maar bij haar op de koffie met de belofte dat ze nog iets van me krijgt. Of ik rollator nog even naar de buurtsuper iets verderop.
Maar eerst moet ik mijn huis opruimen, want zo dadelijk komt Sophia, de huishoudelijke hulp. Die moet ik niet met mijn rotzooi opschepen natuurlijk. Dus ik zet mijn schoenen netjes in de gang, ik stapel de kranten op en gooi degene die ik wél gelezen heb in de oudpapier doos. Ik doe mijn bescheiden afwasje en ik maak mijn bed een soort van op. In de badkamer zet ik alles netjes op het plankje onder de spiegel. Ik haal nog even een borstel door de wc, want ik laat sporen na waar zij niks van hoeft ter weten. En daarna kan ik wachten aan mijn tafel bij het raam tot ze komt. Het wekelijks ritueel op vrijdag. Ik zie haar altijd arriveren op haar fiets met fietstassen.
Zij gaat aan het werk en ik voel me ongemakkelijk omdat ik gastvrij wil zijn en tegelijkertijd snap dat ze haar werk moet doen. Ik wil graag een praatje maken maar weet dat ze daar geen tijd voor heeft en dat ze daar niet voor komt. Ik wil haar koffie aanbieden, maar dat past niet. Enfin. Het zijn mijn twee ongemakkelijke uurtjes in een wekelijks vast ritueel.

Vandaag zat ik aan mijn tafel naar buiten te kijken toen ik de grote grijze bestelbus met de zwarte driehoeksvlaggen zag voorrijden. Af en toe valt ons de eer te beurt om dat te aanschouwen. Een doorbreking van het ritme. En je vraagt je als eerst af natuurlijk voor wie deze onwelkome taxi nu komt voorrijden. Het duurde niet lang of ik hoorde stemmen bij mijn buurvrouw. Even dacht ik dat het haar verjaardagsvisite was. Tot ik me besefte dat ik mijn middag ook aan mijn eigen tafel zou gaan moeten doorbrengen.

(Morgen meer)
___________
2023 ©Hugo Vos

Om zijn proza-pen te scherpen schrijft én publiceert Hugo Vos iedere avond in 2023 een klein stukje van een kort verhaal. 
Op zondagavond begint hij, om vervolgens pas de volgende avond verder te schrijven. Een hele week lang. Op zaterdagavond moet het verhaal tot een einde komen. Geen idee waar hij uitkomt. Geen idee of het lukt. Een jaar lang. Iedere week opnieuw.

(Heb je een leuke titel, een foto of een thema als input voor een nieuw verhaal? Voel je vrij om je suggesties te droppen. Wie weet pakt hij het op.)

“De dagen” (Een saai verhaal in zeven delen) (5)

Saaiheid… Het wordt je aangereikt.
Ik had me verheugd op een uitstapje vandaag. Speciale boodschappen doen. De dagelijkse gang van zaken doorbreken. Soms doe ik dat. Dan ga ik niet naar de buurtsuper hier in de straat, maar reis ik af naar het winkelcentrum. 

Ouderen worden geacht dankbaar te zijn. Die rol wordt ons toegeschreven door de regisseur van het leven. 
Ben ik dankbaar? Soms wel. Maar ik ben net zo vaak boos en verbitterd over wat me allemaal wordt ontnomen waardoor ik afhankelijk ben van anderen bij wie ik dan weer geacht wordt dankbaar te zijn. Maar soms ben ik dat laatste gewoon niet. Niet dat ik het uit hoor. Kunnen zij er wat aan doen tenslotte? Ooit, als het hen gegeven is, staan ze op dezelfde plek als ik. Waarom zou ik ze er nu al mee belasten?

Het overdekte winkelcentrum is al gauw vier kilometer hier vandaan. Daar komen is niet vanzelfsprekend meer. Mijn fiets hebben ze me na drie valpartijen afgenomen. Ik moest verstandig zijn zeiden ze. Nou… nu ben ik dus verstandig. Ik wist niet dat ik het in me had. Erheen lopen is een utopie en autorijden is me al eerder niet meer gegund. Dus ik heb de regiotaxi gebeld en gevraagd of ze me om 10:30 op wilden halen. Ben ik voor een paar euro daar waar ik wil zijn.
Je wordt opgehaald door een vrijwilliger die in het voorstadium is van waar ik nu uithang. Kwiek rondstappend in de pensioengerechtigde zone en hard op zoek naar iets waardoor ze het gevoel hebben er nog toe te doen in de de gemeenschap waarin ze leven. Nou en dat zul je weten. Ze lullen wat af tegen je op een toon en volume waardoor ik het gevoel krijg in een inrichting te wonen voor dove zwakzinnigen. 
Maar, als ik een bloemetje wil kopen voor de buurvrouw van hiernaast die morgen 94 wordt, zal ik me ook daar aan moeten overgeven. 

Het liep anders. Rond tien uur begon ik mijn pantoffels te verwisselen voor mijn schoenen. Afhankelijk van hoe mijn artritis zich gedraagt kan dat even tijd nemen. Om kwart over had ik mijn jas, mijn sjaal en mijn hoed daar aan en op mijn lijf waar ik ze moest hebben en toen ik mijn portemonnee en mijn sleutels gevonden had kon ik met rollator en al naar de voordeur rollen. Om 10:20 zat ik beneden in de entree te wachten. Ze hebben er een speciale tuinbank voor neergezet, zodanig dat je niet naar buiten kunt kijken. Want ja, de architect in de jaren ’70 had geen wachtbankje voorzien.
Om half elf was er geen regiotaxi. Om kwart voor elf ook niet. Om elf uur ook niet. Ik ben zelfs twee keer naar buiten gerollatord om te kijken. Maar nee. 
Om 11:10 ben ik maar weer naar boven gegaan. Om 11:25 zat ik weer op de bank met mijn pantoffels aan op zoek naar het telefoonnummer van de regiotaxi. Maar waar staat dat ook alweer in die complexe moderne telefoon van mij? Om 11:40 wordt er aangebeld. Waar ik blijf? De vrijwilliger staat al 10 minuten te wachten met de taxi.
Ik heb niet gevloekt. Waarom zou ik ze er nu al mee belasten? Maar dankbaar was ik ook niet echt bij deze vrijwilliger.

(Morgen meer)
___________
2023 ©Hugo Vos

Om zijn proza-pen te scherpen schrijft én publiceert Hugo Vos iedere avond in 2023 een klein stukje van een kort verhaal. 
Op zondagavond begint hij, om vervolgens pas de volgende avond verder te schrijven. Een hele week lang. Op zaterdagavond moet het verhaal tot een einde komen. Geen idee waar hij uitkomt. Geen idee of het lukt. Een jaar lang. Iedere week opnieuw.

(Heb je een leuke titel, een foto of een thema als input voor een nieuw verhaal? Voel je vrij om je suggesties te droppen. Wie weet pakt hij het op.)

“De dagen” (Een saai verhaal in zeven delen) (4)

Vanmiddag na de, je gelooft het niet, macaroni met kaas en ham, (Godnondeju, hier hebben professionele koks over nagedacht, nee gekker nog, die hebben het gepland, ingekocht, gemaakt en gedistribueerd ook! Wat denken ze wel niet… ? Dit is waar ouderen van dagen van zullen smullen?!! We ze zullen ze eens verwennen?!) maar goed, na de warme hap dus, heb ik mijn middagslaapje overgeslagen. Het is niet dat ik die middagslaapjes nodig heb, maar het doodt de tijd voor een uur. Maar vanmiddag ben ik in plaats van mijn dutje aan de kruiswoordpuzzel gegaan. 
Aan mijn eettafel bij het raam, terwijl er af en toe een koolmees in het voederbakje neerstreek zat ik met mijn potloodje met gummetje een Zweeds raadsel in te vullen. 

Ik ben een pessimistische puzzelaar, Ik doe het met potlood en gum. Een optimistische puzzelaar puzzelt met inkt. Zo een was ik er vroeger. Met het lengen der jaren heb ik gemerkt dat er iets verschuift. Er vallen gaten in mijn brein. Het denkproces vertraagt, verdwaalt soms in haar eigen gangenstelsel. Mijn kronkels slibben dicht. Gangen raken afgesloten, kennis raakt geïsoleerd, of verdwijnt gewoon. Dan moeten er omwegen gemaakt en kom je soms de verkeerde woorden tegen die voor het oprapen liggen, die je oppakt en meeneemt, maar die het dan toch niet zijn. 

Dan moet er gegumd. En vanmiddag…

‘Moelijk’. Elf letters. Beginnend met een i, eindigend met een d. 

Dan staar ik naar de lege vakjes en dat zwarte pijltje dat de richting van het woord aangeeft. Elf letters. Beginnend met een i…
Ik staar naar het woord. Ik kijk naar buiten. Begroet een pimpelmees. Of was het een koolmees? Ik staar weer naar de lege vakjes.

Mijn aandacht wordt afgeleid door de wekelijkse vuilnisauto. Die stopt bij de ondergrondse container, installeert zijn zijpoot. Heft zijn grote sterke lange arm, haakt zich in de drie ronde gaten en tilt die hele lange container uit de grond. Waarom zo’n grote container bij dit aanleuncomplex? Wat hier aan afval weggegooid wordt, past simpelweg in iets dat nog niet de helft zo groot hoeft te zijn. Maar goed, dat hele apparaat wordt omhoog getild, boven de wagen gehangen, het mechaniek wordt in werking gezet, de bodem opent zich en braakt zich in de grote hongerige bak van de wagen. De arm zwaait weer terug en de container wordt weer in het grote vierkante gat geschoven waar hij uitgetild is. 
Laatst hadden ze hem per ongeluk een kwartslag gedraaid. De opening waar wij onze zakken in mikken zat opeens aan de zijkant. Je had ze moeten horen hier in de flat. Hoe men het zich in het hoofd haalde om oude van dagen dit aan te doen? Schande toch? 

Enfin. Ik zat nog met mijn elf vierkante gaten die gevuld moesten worden. ‘Moeilijk’. Ik ben thee gaan zetten. Met een kokosmakroon. ‘Moeilijk’ beginnend met een i. Eindigend met een d. Ik weet ‘m nog steeds niet. Ik denk dat ik het puzzelen ook maar moet opgeven. Het wordt me te ingewikkeld.

(Morgen meer)
___________
2023 ©Hugo Vos

Om zijn proza-pen te scherpen schrijft én publiceert Hugo Vos iedere avond in 2023 een klein stukje van een kort verhaal. 
Op zondagavond begint hij, om vervolgens pas de volgende avond verder te schrijven. Een hele week lang. Op zaterdagavond moet het verhaal tot een einde komen. Geen idee waar hij uitkomt. Geen idee of het lukt. Een jaar lang. Iedere week opnieuw.

(Heb je een leuke titel, een foto of een thema als input voor een nieuw verhaal? Voel je vrij om je suggesties te droppen. Wie weet pakt hij het op.)

“De dagen” (Een saai verhaal in zeven delen) (#)

Dit wordt wederom een saai verhaal. Ik zeg het je.
Of nou ja, saai… ik ben vandaag gedoucht. Hoera! Het hoogtepunt in de week.

Het is altijd weer een verrassing wie er nou weer binnenstapt als de thuiszorg komt. Wie is het deze keer die de eer heeft om mijn naakte, aftakelende lijf te aanschouwen en te mogen reinigen? Wie mag vandaag mijn klokwerk oppoetsen en aan de andere kant een natte washand door mijn bilspleet langs mijn anus halen?

Ik kan mezelf prima douchen hoor, tot daar waar mijn armen reiken. En sinds ik een douchekruk heb is dat alweer een heel stuk lager. Maar toch… het zit ‘m in het inzepen en het afdrogen van de achterkant. Dat lukt me met geen mogelijkheid.
Tja… en als je dan in een aanleunvoorziening woont, dan is het al snel zo dat je gedoucht wórdt in plaats van ‘gaat douchen’. 
Ik kaartte het per ongeluk aan bij mijn intake en zo had ik naast een kleinere woning opeens ook een doucheabonnement. Het kan raar gaan in de wereld. 
Een halve douchebeurt, alléén de achterkant, omdat ik daar niet bij kan, is ook weer zo wat. Dus ze wassen alle kanten voor me.
Och ja, het wordt wel gestimuleerd hoor, mijn zelfredzaamheid. “Doet u eerst maar wat u zelf kunt, dan maken wij het voor u af mijnheer.” Ja… leuk, maar met mijn tempo en met hun werkdruk is het evident wie het eerst toegeeft aan: “Weet u wat? U krijgt vandaag de full package! Wij doen het vandaag helemaal voor u, hoe is dat? U boft maar weer.” 

Ja, dank je de koekoek. 

Vandaag was Mo er. Een vrolijke, doorpakkende verzorgende met Noordafrikaanse roots. Heerlijke vent. We lachen wat af. 
Maar soms krijg je ook iemand over de vloer met wie je nog geen kop koffie zou willen drinken. Mariane bijvoorbeeld. Een ‘Juffrouw Bullstronk’ uit een of ander Slavisch land, of Baltisch, of weet ik het.
We hebben nog nooit een normale conversatie kunnen voeren. Ze heeft er simpelweg het vocabulaire niet voor. Tien woorden denk ik, dan houdt het op. ‘Ja’, ‘Nee’, ‘Koud’ ‘Heet’ ‘Goed’.
Gunst ik denk dat ik nog overdreef met mijn ‘tien’. Ze varieert in haar woordenschat gelukkig wel met uitroeptekens en vraagtekens. Dus je mag het totaal enigszins met twee vermenigvuldigen.
Ze bedoelt het vast goed hoor. Maar ze is niet bepaald zachtzinnig. En ik geef me er maar weer aan over.

Waar mensen weinig bij stilstaan is dat als je alleen woont en op leeftijd bent, dat aanraking dan een zeldzaamheid is. Een hand geven is tegenwoordig ook al niet meer vanzelfsprekend, dus de enige aanraking die ik nog krijg is die van professionele zorg. En van mij mag daar best wat liefde in.
Nee… niet de liefde van de erotische soort, daar vraag ik niet om. Maar enige liefdevolle aandacht in de aanraking zou welkom zijn. Zoals bij sommige kappers, die met aandacht en zorg je haar wassen. Dat is een momentje van genieten. Maar ja… mijn haar is ook niet meer wat het was.  

Maar vandaag Mo dus. Met zijn humor. En zijn zorg. Liefdevol. Ik werd er blij van. Het maakte mijn dag en stukje minder saai.

(Morgen meer)
___________
2023 ©Hugo Vos

Om zijn proza-pen te scherpen schrijft én publiceert Hugo Vos iedere avond in 2023 een klein stukje van een kort verhaal. 
Op zondagavond begint hij, om vervolgens pas de volgende avond verder te schrijven. Een hele week lang. Op zaterdagavond moet het verhaal tot een einde komen. Geen idee waar hij uitkomt. Geen idee of het lukt. Een jaar lang. Iedere week opnieuw.

(Heb je een leuke titel, een foto of een thema als input voor een nieuw verhaal? Voel je vrij om je suggesties te droppen. Wie weet pakt hij het op.)

“De dagen” (Een saai verhaal in zeven delen) (2)

Het was vandaag een gewone saaie dag.

Ik stond vanmorgen op om 7:54. Kan ook 7:55 geweest zijn trouwens.
Dat komt omdat mijn wekker al sinds jaar en dag op 7:45 staat en 7:54 één snooze daarna is. Ik gebruik die negen snoozeminuten om wakker te worden en moed te verzamelen om weer een dag aan te gaan. Die ene minuut extra heb ik soms nodig om mijn benen over de rand van het bed te krijgen. Zo ’s morgens vroeg weigeren ze in het begin nog wel eens dienst. Een lichaam slijt met de jaren. Als je iets veel en langdurig gebruikt, gaat de schwung eruit als je het niet voldoende onderhoudt. En de artritis is daar niet helpend in natuurlijk. Ik had beter mijn best moeten doen vrees ik.

Als dan mijn benen over de bedrand bungelen hoef ik enkel nog maar van mijn verhoogde bed af te glijden en te gaan staan. Ik probeer mijn voeten altijd rechtstreeks in mijn pantoffels te mikken die ik de avond ervoor instapklaar heb neergezet. Als ik raak mik mompel ik: “One hundred and eighty!”. Niemand die meejuicht maar ik vier mijn eigen feestje en stap met een glimlach de dag in.
Dat bed is verhoogd omdat ik mezelf anders ’s morgens omhoog moet werken om op eigen benen te kunnen staan. Nu hoef ik alleen maar van het bed omlaag te glijden en sta ik gelijk al. Die wijsheid is mij ingegeven door de thuiszorg.
Mijn bed staat op van die verhogingen die zwangeren hebben vlak voor een bevalling. Waarom dat zo is is mij nog steeds een raadsel. Maar ik doe er op mijn ouwe dag mijn voordeel mee.
Om ’s avonds mijn bed ín te komen heb ik trouwens een klein opstapje laten maken. Dan is de klim niet zo hoog. Gelukkig ben ik nog creatief genoeg in denken.

Nou en dan het ochtendritueel. Het stramme geschuifel naar de badkamer, de plas op het verhoogde toilet (standaard in deze woningen) en dan het wassen, het scheren en het aankleden. Ben ik zomaar een klein uur zoet mee.

Eens in de week heb ik de eer om te douchen. Of nee, om gedoucht te wórden. Vandaag was niet die dag, dat zou hem een stukje minder saai hebben gemaakt.
Het ontbijt, bestond uit een boterham met iets zoetigs, meestal aarbeienjam want dat smeert zo makkelijk. Hagelslag, dat heb ik opgegeven. Dat ligt al naast boterham voor ik het erop mik.
De maaltijdservice bracht mij vandaag een blinde vink geserveerd met doorgekookte aardappelen op een bedje van veel te zachte snijbonen. En een jus van ‘instant-iets’.

Oh ja… de suikerpot is omgevallen vandaag. Ja, dat was me wat, want de kruimeldief waarmee ik het wilde opzuigen had geen stroom meer. De stekker lag ernaast omdat ik daar soms de oplader van elektrische tandenborstel insteek. Tja… dat vergeet ik dan. Dus heb ik de suiker met een nat doekje opgeveegd. Resultaat: de tafel plakt aan alle kanten. Morgen niet vergeten de huishoudhulp te vragen de tafel te ontplakken.

Ik zei het al… het was een gewone saaie dag.

(Morgen meer)
___________
2023 ©Hugo Vos

Om zijn proza-pen te scherpen schrijft én publiceert Hugo Vos iedere avond in 2023 een klein stukje van een kort verhaal. 
Op zondagavond begint hij, om vervolgens pas de volgende avond verder te schrijven. Een hele week lang. Op zaterdagavond moet het verhaal tot een einde komen. Geen idee waar hij uitkomt. Geen idee of het lukt. Een jaar lang. Iedere week opnieuw.

(Heb je een leuke titel, een foto of een thema als input voor een nieuw verhaal? Voel je vrij om je suggesties te droppen. Wie weet pakt hij het op.)

Krijg dagelijks een vers vers per email

We sturen je geen spam! Lees ons privacybeleid voor meer informatie.

Vergedichten

Wanneer ik in mijn ogen kijk
Zie ik de mooiste vergedichten
Ik schrijf zover de hemel reikt

Ik schrijf zolang de hemel rijkt
Over de mooiste vergedichten
Wanneer ik in mijn ogen kijk